-
1 Jurist
-
2 jurist
-
3 прим.: hoe is de aanspreektitel van een jurist? - как надо обратиться к юристу?
gener. aanspreektitelRussisch-Nederlands Universal Dictionary > прим.: hoe is de aanspreektitel van een jurist? - как надо обратиться к юристу?
-
4 юрист
-
5 юрист
-
6 юрист
jurist, rechtsgeleerde -
7 lawyer
-
8 он начал учиться на юридическом факультете, затем перешёл на медицинский
prongener. hij begon als jurist, maar is later naar medicijnen omgezwaaidRussisch-Nederlands Universal Dictionary > он начал учиться на юридическом факультете, затем перешёл на медицинский
-
9 юрист
ngener. jurist, rechtsgeleerde, wetgeleerde -
10 Templar
n. tempelier, tempelridder; lid v. vrijmetselaarsorde; jurist of juridisch student met kamers in Temple in Londen[ templə] -
11 at the instance of our lawyer
at the instance of our lawyer -
12 barrister
n. advocaat (pleiter bij hogere rechtbanken)[ bæristə] -
13 casebook
n. register van behandelde gevallen (van dokter)casebook1 register van behandelde gevallen 〈 door arts, jurist e.d.〉 ⇒ patiënten/cliëntenboek, casuslijst/register -
14 elect to become a lawyer
-
15 elect
adj. verkozen, de verkozene--------v. kiezen, verkiezen, beslissenelect1[ illekt] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:————————elect2〈 werkwoord〉1 kiezen ⇒ uitkiezen, verkiezen (als)♦voorbeelden:elect someone to the Board • iemand in/voor het bestuur kiezen -
16 instance
n. geval; voorbeeld; verzoek; instantie; (in computers) speciaal object van afdeling (bestand dat in computer kan lopen)--------v. een voorbeeld geven van, aantonen, aanhaleninstance1[ instəns] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————instance2〈 werkwoord〉1 een voorbeeld geven van ⇒ aanhalen, aantonen -
17 tax lawyer
-
18 Kenesaw Mountain Landis
n. Kenesaw Mountain Landis (1866-1944) Amerikaanse jurist die het eerste lid van een honkbalcommissie was van 1920 tot 1944 en zeer beroemd om corruptie in professionele honkbal tegen te gaan -
19 Manny Mazuz
n. Menachem Mazuz, Manny Mazuz (geboren 1955), Israëlisch jurist, procureur-generaal sinds 2004 -
20 Mazuz
n. Mazuz, familienaam; Menachem Mazuz (geboren 1955), Israëlisch jurist, procureur-generaal sinds 2004 (ook bekend als Manny Mazuz)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
jurist — ju·rist / ju̇r ist/ n [Middle French juriste, from Medieval Latin jurista, from Latin jur jus law]: an individual having a thorough knowledge of law; esp: judge the state s top jurist violated the U.S. Constitution when he banned the filming… … Law dictionary
jurist — JURÍST, Ă, jurişti, ste, s.m. şi f. Specialist în ştiinţele juridice. ♢ (înv.) Student(ă) în drept. – Din fr. juriste, lat. jurista. Trimis de cata, 11.06.2008. Sursa: DEX 98 JURÍST s. (înv.) legist, pravilist, prăvilaş. Trimis de siveco, 05.08 … Dicționar Român
jurist — ju‧rist [ˈdʒʊərst ǁ ˈdʒʊr ] noun [countable] LAW a person with very detailed knowledge of the law, especially one who writes on matters of law * * * jurist UK US /ˈdʒʊərɪst/ noun [C] FORMAL LAW ► an expert in law … Financial and business terms
jurist — mid 15c., one who practices law, from M.Fr. juriste (14c.), from M.L. iurista jurist, from L. ius (gen. iuris) law, from PIE *yewes law, originally a term of religious cult, perhaps meaning sacred formula (Cf. L. iurare to pronounce a ritual… … Etymology dictionary
jurist — jùrist m DEFINICIJA 1. pravnik 2. zast. student prava ETIMOLOGIJA njem. Jurist ← srlat. iurista … Hrvatski jezični portal
Jurist — Ju rist, n. [F. juriste, LL. jurista, fr. L. jus, juris, right, law. See {Just}, a.] One who professes the science of law; one versed in the law, especially in the civil law, such as a judge, lawyer, or legal scholar; a writer on civil and… … The Collaborative International Dictionary of English
Jurist — (v. lat.), 1) Rechtsbeflissener; 2) Rechtskundiger. Daher Juristenrecht (Recht der Wissenschaft, Recht der Praxis), die Rechtssätze, welche bes. durch die wissenschaftliche Thätigkeit der Rechtsgelehrten ausgebildet worden sind u. zu einer… … Pierer's Universal-Lexikon
Jurist — (mittellat. Jurista), Rechtsgelehrter, Rechtsbeflissener; juristisch, den Juristen oder der Jurisprudenz eigen, gemäß … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Juríst — (mittellat.), Rechtsgelehrter; Rechtsbeflissener; juristisch, Rechtsgelehrsamkeit betreffend, dieser oder den Juristen eigen, gemäß … Kleines Konversations-Lexikon
jùrist — m (jùristica ž) 1. {{001f}}pravnik 2. {{001f}}zast. student prava ✧ {{001f}}njem. ← lat … Veliki rječnik hrvatskoga jezika
Jurist — »Rechtskundiger (mit akademischer Ausbildung)«: Das Fremdwort wurde bereits in mhd. Zeit (mhd. juriste) aus mlat. iurista entlehnt, das zu lat. ius (iuris) »Recht« gehört. Über weitere Zusammenhänge vgl. ↑ Jura. – Dazu das Adjektiv juristisch… … Das Herkunftswörterbuch